Op 21 oktober stond onderstaand artikel van Marjolijn de Cocq in Het Parool.
Bolleboos en buitenbeentje
Slechts op drie scholen kunnen hoogbegaafde kinderen in Amsterdam voltijds basisonderwijs volgen. En zelfs dat nog maar sinds kort. Tijd om de achterstand in te halen. ‘Voor álle kinderen moet plek zijn in deze stad.’
Toen ze klein was, kon ze héél hard schreeuwen, vertelt Hanne (9). “En stampen,” vult haar moeder Marly Hartsuiker (45) aan. “Ik dacht: ik zal wel gewoon een moeilijk kind hebben.” Maar Hanne was geen moeilijk kind en Hanne was ook niet gewoon. Hanne was hoogbegaafd. En heel erg gefrustreerd. “Ze was geboren met dertig weken, haar tweelingzusje was na twee maanden overleden,” zegt Hartsuiker. “Ik dacht dat het daardoor kwam, of doordat ík in een rouwproces zat. Ik ging het bij allemaal andere dingen zoeken, niet bij haar.”
Met anderhalf kon Hanne praten en wilde ze meteen ook alles weten. Op de crèche vonden ze het praktisch onhaalbaar om aan Hannes honger naar uitdaging te voldoen. Ze was drie toen de sleutel werd gevonden naar haar gedrag: met een IQ van 136 bleek Hanne hoogbegaafd te zijn. Net als haar vader, net als haar oma. Het ging haar allemaal niet snel genoeg. Ruim voor haar vierde verjaardag ging ze naar school.
Ze denkt ‘heel wijd’, legt Hanne uit. Als ze over iets nadenkt, kan dít er nog wel bij en dát er nog wel bij. Oorzaken, gevolgen, dwarsverbanden, oplossingen. Ze denkt verder door dan menige volwassene. Zo ontstond al snel een gapende kloof tussen haar en haar klasgenootjes. “Die wilden niet meer met me spelen. Ze zeiden: het is een beetje veel voor ons.”
Ze somt op: in groep drie waren er steeds vaker ‘onenigheidjes’ met vriendinnen. In groep 4 had ze geen zin meer om naar school te gaan. Toen ze versneld door mocht stromen naar groep 5 voelde ze zich buitengesloten. Gelaten: “Dan dwaalde ik alleen over het schoolplein. Ik heb me heel lang heel erg rot gevoeld.”
Hannes school in Amsterdam-Zuid heeft volgens Hartsuiker wel goed meegedacht. “Alleen in het begin was er een juf die vond dat we niet moesten overdrijven. Dat was zó denigrerend. Het lijkt soms wel not done om te zeggen dat je kind hoogbegaafd is.”
Hanne onderbreekt: “Welke juf?”
Haar moeder: “Nee Aagje!”
Hanne: “Vertel, je moet het zeggen!”
Haar moeder: “We spreken af dat ik het je vertel als je achttien bent.”
Hanne, dwingend: “Ik ga zo ontplóffen!”
Dan realiseert ze zich dat er bezoek is. Berustend: “Papa noemt me soms een Kweetal. Ik wil alles weten wat los en vast zit. En ik pik alles op in gesprekken. Ik heb gewoon luisteroren.”Geknakt koppie
Ja, zegt Hartsuiker, Hanne hééft luisteroren. Hoogbegaafde kinderen zien veel, ze hebben veel door. En ze hebben vaak ook het laatste woord, maar ze hebben vaak nog niet de emotionele bagage om daarmee om te gaan. Ze zijn óók nog kind.
Hanne werd steeds stiller, meer in zichzelf gekeerd. Ook probeerde zich aan te passen aan andere kinderen. “Dat was zó pijnlijk om te zien. Dan gedroeg ze zich heel anders, heel gemaakt. En ze was bekaf, omdat ze dingen deed die niet bij haar pasten. Dit is niet mijn kind, dacht ik dan. Ze hield zich groot, maar ik zag dat geknakte koppie.”
Ze overwogen de Day a Week School voor hoogbegaafden. “Maar dat is maar één dag. En dan moet je de rest van de week gewoon weer terug in een klas waar je níet lekker in je vel zit.” Afgelopen zomer besloten ze daarom Hanne aan te melden voor de speciale klassen voor hoogbegaafden van scholengroep Amos, UnIQ. “Aan de ene kant was er de afweging: staan ze niet heel ver af van de realiteit als je al die hoogbegaafde kinderen bij elkaar zet? Maar het is het belangrijkste dat ze zichzelf kunnen zijn en zo een gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen ontwikkelen.”
Amos UnIQ (in 2012 begonnen) is het enige voltijds basisschoolonderwijs voor hoogbegaafden in Amsterdam. De leerlingen moeten ervoor naar IJburg (Poseidon), West (De Vlinderboom) of sinds dit schooljaar Noord (De Bonkelaar). Hanne wordt elke dag heen en weer gereden door haar ouders tussen Zuid en Noord. Haar zusje Meike, een springerige achtjarige beelddenker, gaat naar de oude basisschool.
“Er is nu eindelijk een beweging gaande in Amsterdam,” zegt Sander Claassen van hb020, een belangengroep van ouders met hoogbegaafde kinderen. “Drie locaties in de stad, we zijn al blij dat er nu íets is. Maar wij zouden graag per stadsdeel een school voor hoogbegaafden zien. Van hoogbegaafden wordt gauw gedacht: die redden zich wel. Maar je ziet veel hoogbegaafde kinderen die gaan onderpresteren en opbranden.”
Prijskaartje
In 2011 kwam de VVD-fractie in de Amsterdamse gemeenteraad met een eerste initiatiefvoorstel: bijzonder talent verdient bijzondere aandacht. “Bij het verdelen van het onderwijsgeld lag de focus altijd op de zwakkere kinderen, op de onderkant. Op ‘meekomen met het gemiddelde’. Maar ook de bovenkant loopt vast,” zegt VVD-gemeenteraadslid Werner Toonk.
Hij herinnert zich als gisteren het moment dat in april 2012 de gemeenteraad bijna unaniem de motie van zijn partij, GroenLinks, PvdA, D66 en CDA aannam om voltijds hoogbegaafdenonderwijs te stimuleren. “Dat gevoel van opluchting van al die ouders in de zaal, in mijn twaalf jaar in de politiek is dat tot nu toe wel het mooiste moment geweest.”
Op dat moment was Amos al plannen aan het ontwikkelen. Toonk: “Het enige wat ik heb gedaan, is het op de politieke agenda zetten – het bestuur van Amos heeft het opgepakt. Je moet ervoor zorgen dat voor alle kinderen plek is in deze stad. En dat doe je met het bieden van passend onderwijs. Het kan niet zo zijn dat ze daarvoor buiten de stad naar school moeten.”
Aan dat passende onderwijs hangt wel een prijskaartje, omdat extra middelen en begeleiding nodig zijn. De (vrijwillige) ouderbijdrage is met 1960 euro per jaar hoog. In januari is de stichting Vrienden van Amos UnIQ opgericht, met als doel geld in te zamelen om het speciale onderwijs voor iedereen toegankelijk te maken. Inmiddels hebben 123 leerlingen een plek en bevinden zich dertig kinderen in de aanmeldprocedure of staan ze op de wachtlijst voor een locatie. Uitbreiding van het aantal locaties is volgens een woordvoerder ‘niet uitgesloten’.
Marly Hartsuiker is jongerentherapeut, echtgenoot Edmond (44) heeft een eigen bedrijf in de financiële dienstverlening. Het is, benadrukken ze, ontzettend belangrijk dat de ontwikkeling van kinderen met talent in Nederland financieel wordt gesteund. Zíj kunnen Hanne de verbreding bieden die hoogbegaafden vaak zo nodig hebben. “Ze zit naast school op zoveel activiteiten, op paardrijden, tekenles, zangles, hockey en dan zegt ze nog: ik zou best dit of dat willen doen.”
Na haar eerste proefdag op De Bonkelaar, een gemengde groep 5/6/7 voor hoogbegaafden, zei Hanne in de auto: “Mama, ik moet je wat vertellen, ik heb een standje gehad.” Wat bleek: Hanne had zitten kletsen. Klétsen. “Jaaah,” zegt ze trots. “Dat is dan wel een beetje een minpuntje. Op mijn andere school zei ik niks. Maar nu ben ik veel drukker en actiever.”
Toch doemen alweer donkere wolken op: straks de middelbare school. Wat gebeurt er dan met Hanne? Middelbare scholen bieden nog geen onderwijs aan dat specifiek ingaat op de behoeften van hoogbegaafden.
De gymnasia bieden weliswaar uitdaging in de vorm van moeilijke vakken en buitenschoolse activiteiten, maar daar gaat het niet om, zegt Claassen van hb020. “Hoogbegaafde kinderen leren vaak op een heel andere manier. Lessen zouden dus anders moeten worden ingericht en persoonlijke coaching is heel belangrijk. Anders worden deze leerlingen gedemotiveerd, gaan ze onderpresteren en kunnen ze afhaken en heel ongelukkig worden. Helaas gebeurt dit nu met heel veel kinderen in Amsterdam.”
Discussieavond hoogbegaafden in het voortgezet onderwijs 28 oktober 2014 in het Caland Lyceum, zie www.hb020.nl.
Verder www.amosonderwijs.nl/amosuniq, www.dayaweekschool.nl.
1400 leerlingen
Hoogbegaafden hebben een IQ van 130 of meer, 2,3 procent van de Nederlandse bevolking is hoogbegaafd. Uitgaande van 60.000 basisschoolleerlingen in Amsterdam gaat dat om ongeveer 1400 hoogbegaafde leerlingen. Een deel van de Amsterdamse scholen heeft aparte programma’s voor meer- en hoogbegaafde kinderen, maar op 38 procent van de scholen is geen docent of intern begeleider die aanvullend getraind is op het signaleren en begeleiden van meer- en hoogbegaafde kinderen, blijkt uit het onderzoek Behoefte aan voltijds basisonderwijs voor hoogbegaafden van de gemeente Amsterdam uit januari 2013.
Als u op de hoogte gehouden wilt worden van nieuwe berichten op de weblog van hb020, klik dan rechtsonder op “follow” en vul uw emailadres in. En volg ons op twitter: @hb020