Beste Werner,
Na de Amsterdamse onderwijsdebatavond op 29 november hebben we contact gehad om op korte termijn bij elkaar te komen om verder van gedachten te wisselen over passend onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen in Amsterdam. Vervolgens hebben wij (vier ouders van hoogbegaafde kinderen, ervaring met Leonardo-onderwijs) op dinsdag 6 december met elkaar gesproken over hoe we jou kunnen voorzien van informatie die je kunt gebruiken bij je komende initiatiefvoorstel. Hierbij vatten we samen wat daaruit is gekomen. We willen je graag helpen om een en ander verder uit te werken en te organiseren.
Joris Boeren
Sander Claassen
Sharon de Meneges
Sandra Vervoort
Dit is volgens ons de doelstelling die zou moeten worden bereikt:
Uiterlijk met ingang van het schooljaar 2013/2014 wordt er in Amsterdam voltijds passend (basis)onderwijs aangeboden voor hoogbegaafde leerlingen op zorgniveau 5. |
Ter toelichting op deze doelstelling het volgende:
- 2013/2014: Alhoewel we het liefst zouden zien dat er met directe ingang al een oplossing komt, leert de ervaring dat het opstarten van kwalitatief goed onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen ongeveer een jaar doorlooptijd vergt.
- Amsterdam: Onze interpretatie van passend onderwijs is ook dat de scholen bereisbaar moeten zijn voor kind (en ouders). Dat komt er in feite op neer dat er in elk van de Amsterdamse stadsdelen een locatie moet zijn.
- Voltijds op zorgniveau 5: Voor leerlingen op zorgniveau 4 is een plusklas als de Day a Week School een prima aanvulling op het reguliere onderwijs. Voor veel hoogbegaafde leerlingen op zorgniveau 5 is dit echter geen oplossing. Zij hebben de hele week door passend onderwijs nodig, zoals bijvoorbeeld wordt aangeboden op Leonardoscholen. Het is niet zo dat de doelstelling inhoudt dat plusklassen hoogbegaafde leerlingen op zorgniveau 4 moeten worden beëindigd. Deze bestaan echter al. Beide vormen van passend onderwijs moeten worden aangeboden.
- Hoogbegaafde leerlingen: Omdat veel hoogbegaafde leerlingen al op jonge leeftijd problemen kunnen krijgen op school, is het nodig dat er in ieder geval vanaf groep 3 voor deze kinderen passend onderwijs wordt aangeboden.
Onze verwachting is dat er vanuit de gemeentelijke politiek wel wat druk kan worden uitgeoefend op schoolbesturen, maar dat het initiatief vooral bij ouders zal moeten liggen. Ervaring heeft getoond dat Leonardoscholen die zijn opgericht met nauwe betrokkenheid van een groep ouders het meest succesvol zijn. Wel zou de gemeente moeten kunnen faciliteren op verschillende manieren, zoals bijvoorbeeld:
- Financieel
- Begeleiding/advisering van ouders in gesprekken met schoolbesturen
- Subsidiëren van trainingen voor leerkrachten
- Organiseren van conferenties
- Opstellen van normen/kwaliteitseisen op het gebied van onderwijs voor hoogbegaafden. De benodigde zorg aan hoogbegaafden dient apart beschreven te worden in het zorgplan (net als dyslexie) en valt onder handelingsgericht werken.
- Ervoor zorgen dat scholen kennis en ervaringen met elkaar gaan delen
- Toekennen van voldoende klaslokalen aan voltijds onderwijs voor hoogbegaafden, ermee rekening houdend dat deze klassen minder leerlingen hebben dan in het reguliere onderwijs
We hebben een aantal concrete ideeën/voorstellen:
1) De gemeenteraad erkent dat er op dit moment niet voor alle hoogbegaafde leerlingen passend onderwijs beschikbaar is in Amsterdam, met name dus niet voor leerlingen op zorgniveau 5, terwijl de raad tegelijkertijd vaststelt dat ook deze groep kinderen wel passend onderwijs moet krijgen.
2) Er wordt een taskforce/stuurgroep opgericht met vertegenwoordigers vanuit politiek, ouders en schoolbesturen. Deze taskforce moet vanuit de gemeente ondersteund worden en als concrete opdracht krijgen de doelstelling te bereiken dat er uiterlijk met ingang van het schooljaar 2013/2014 in Amsterdam voltijds passend (basis)onderwijs wordt aangeboden voor hoogbegaafde leerlingen op zorgniveau 5.
3) De gemeente stelt geld beschikbaar voor leerlingenvervoer voor hoogbegaafde leerlingen die gedwongen zijn te reizen om passend onderwijs te kunnen volgen. Dat zal in ieder geval doorlopen totdat er in elk stadsdeel passend onderwijs voor hoogbegaafden voorhanden is. In bijvoorbeeld Utrecht is het nu al gangbaar om dergelijk leerlingenvervoer te vergoeden.
4) Schoolbesturen moeten door de gemeente worden gedwongen een voorstel te doen hoe ze passend onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen tot en met op zorgniveau 5 willen gaan invullen.
5) In samenwerking met een aantal actieve ouders organiseert de gemeente op korte termijn een informatieavond voor ouders, leerkrachten, schoolbesturen, politici, ambtenaren en media. De belangrijkste doelen van deze avond zijn om de verschillende belanghebbenden te informeren en met elkaar in contact te brengen en om de basis te leggen voor vervolgstappen. De gemeente draagt actief bij aan de aanwezigheid van de scholen en schoolbesturen.
Ad 5)
Wij zijn als betrokken ouders zeer bereid om de invulling en organisatie van een groot deel van deze avond op ons te nemen. De gemeente kan faciliteren met locatie, catering en – belangrijker – de aanwezigheid van stakeholders als schoolbesturen en politici. En uiteraard ook qua inhoud. Tijdens de avond zal een aantal sprekers duidelijk maken wat het probleem voor hoogbegaafde leerlingen in het huidige onderwijs is en welke noodzaak er bestaat om daar wat aan te gaan doen. Mogelijke (typen) sprekers zijn:
- Filmpje met hoogbegaafde kinderen die uitleggen hoe school voor hen is (wij hebben zo’n filmpje tot onze beschikking)
- Ouders van wie de kinderen de overstap hebben gemaakt van regulier onderwijs naar een school met voltijds onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen (wat waren de effecten daarvan)
- Leerkrachten/schooldirecteuren die voltijds onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen hebben opgezet (wat komt er kijken bij het opzetten, welke positieve neveneffecten treden er op)
- Vertegenwoordiger van Leonardo Stichting (wat houdt Leonardo onderwijs in)
- Ouders die het initiatief hebben genomen om samen met een schoolbestuur voltijds onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen op te gaan zetten (hoe hebben ouders het elders voor elkaar gekregen)
- Ambtenaren/politici (wat is er al gedaan, wat zijn de ambities)
Naast een gedeelte van presentaties zou er gelegenheid moeten zijn voor bezoekers om ook hun woordje te kunnen doen. Vervolgens moet er ook genoeg tijd zijn om mensen met elkaar in contact te kunnen laten komen.
Wat betreft het onderscheid tussen meer- en hoogbegaafden en de noodzaak voor een andere invulling van passend onderwijs voor deze twee groepen nog het volgende. Meer- en hoogbegaafde leerlingen vallen onder de categorie zorgleerlingen omdat zij speciale pedagogische en didactische behoeftes hebben. Wetenschappelijk onderzoek van het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek (CBO) en het Instituut voor Toegepaste Sociologie (ITS) van de Universiteit van Nijmegen heeft aangetoond, dat “de beste resultaten van onderwijsaanpassingen voor hoogbegaafde leerlingen worden gevonden waar de leerling buiten de reguliere groep werd geplaatst, bijvoorbeeld een plusklas of een aparte klas of school voor hoogbegaafde leerlingen; daar krijgen leerlingen een deel van of de hele week een ander, speciaal op hen toegesneden, onderwijsaanbod”[1].
Over de exacte invulling van het passend onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen tot en met op zorgniveau 5 willen we het volgende nog opmerken. Voor ons, ouders van hoogbegaafde leerlingen, is op zich het Leonardo-onderwijs niet heilig, maar het heeft wel een zeer goede naam, er zit een duidelijke filosofie achter en er is al veel ervaring opgebouwd. Uiteindelijk is het doel dat elk van de hoogbegaafde kinderen passend onderwijs krijgen, of dat nu voor de ene leerling via een plusklas is, of voor de ander twee dagen of zelfs vijf dagen per week Leonardo onderwijs. De ene vorm moet niet ten koste gaan van de andere vorm, aangezien elk zich op een andere doelgroep richt, afhankelijk van het niveau van begaafdheid. In de praktijk is gebleken dat het oprichten van een Leonardo-afdeling van een paar klassen binnen een bestaande, reguliere school niet alleen goed uitpakt voor de betreffende leerlingen, maar dat er ook veel positieve effecten zijn op de rest van het onderwijs in de school.
[1] Hoogeveen, Van Hell, Mooij, Verhoeven: Onderwijsaanpassingen voor hoogbegaafde leerlingen; meta-analyses en overzicht van internationaal onderzoek, 2005